Na een maand in Xalapa zette ik dan eindelijk mijn tocht verder richting Granada, Nicaragua. Mijn eerste uitdaging: probeer maar eens te verstaan waarom je eerst naar Miami moet om in Managua te geraken?
Ik snapte er de logica niet van, maar desondanks stapte ik toch op het vliegtuig richting de drukke luchthaven van Miami waar ik voor de zoveelste keer mocht antwoorden op vragen als: Wie ben je? Wat doe je? Waar ga je heen? Wat ga je daar doen?
De vlucht naar Managua verliep vlot en voor ik het wist stond ik op Nicaraguaanse bodem. Felipe, de vaste taxichauffeur van La Esperanza, wachtte me op aan de uitgang van de luchthaven. Een klein uurtje later stond ik aan de voordeur van La Casita, mijn 'huisje'. Het is zalig om terug te zijn. Granada is niet zo veel veranderd in de twee jaar tijd sinds ik hier het laatst rondliep. Nog steeds heel wat mensen met paard en kar, de Calzada blijft de place to be en de Nica's zijn nog even vriendelijk en gastvrij als voordien. Granada is een plek van contrasten: prachtige, koloniale huizen rond het 'parque central' met in het midden de prachtige kathedraal, maar als je even rondkijkt, zie je de vele daklozen vaak dronken, slapend in het midden van het voetpad of de straatkinderen met hun neus vastgeklemd aan een potje lijm.
De vlucht naar Managua verliep vlot en voor ik het wist stond ik op Nicaraguaanse bodem. Felipe, de vaste taxichauffeur van La Esperanza, wachtte me op aan de uitgang van de luchthaven. Een klein uurtje later stond ik aan de voordeur van La Casita, mijn 'huisje'. Het is zalig om terug te zijn. Granada is niet zo veel veranderd in de twee jaar tijd sinds ik hier het laatst rondliep. Nog steeds heel wat mensen met paard en kar, de Calzada blijft de place to be en de Nica's zijn nog even vriendelijk en gastvrij als voordien. Granada is een plek van contrasten: prachtige, koloniale huizen rond het 'parque central' met in het midden de prachtige kathedraal, maar als je even rondkijkt, zie je de vele daklozen vaak dronken, slapend in het midden van het voetpad of de straatkinderen met hun neus vastgeklemd aan een potje lijm.
Mijn eerste week in Granada voelde aan als complete chaos. Het duurt altijd even voor je went aan een nieuwe plek: de hitte, het eten, de taal, de mensen, zeker niet te onderschatten. En dan vergeet ik nog de belangrijkste aanpassing: een nieuwe job. Ik ging natuurlijk meteen praten met Pauline Jackson, projectcoördinator van La Esperanza Granada, en ze wist me te vertellen dat ik binnenkort de functie van vrijwilligerscoördinator zou overnemen. Dat betekent dat de vele vrijwilligers die elke week toekomen weldra mijn verantwoordelijkheid zijn. Een grote uitdaging! Ik ga volgende week ook aan de slag als prof Engels aan de lokale universiteit UHISPAM, een extra uitdaging die ik er maar al te graag bij neem.
Het was een uitstekende periode om toe te komen in Granada. Elk jaar rond deze tijd vieren de mensen van Granada de Hípica, een prachtige parade van paarden waarvoor alle Granadinos de straat op komen. Het Parque Central en de straten er rond vullen zich met volk, Nicaraguanen en buitenlanders, die er komen genieten van de sfeer die deze eeuwenoude traditie met zich meebrengt.